Reisverslag 7 - Reisverslag uit Peking, China van Roos Hazendonk - WaarBenJij.nu Reisverslag 7 - Reisverslag uit Peking, China van Roos Hazendonk - WaarBenJij.nu

Reisverslag 7

Blijf op de hoogte en volg Roos

11 Augustus 2016 | China, Peking

Beste allemaal,

26 juni kwam ik op een hete zomerdag aan in Shenzhen, de eerste van mijn vele stops die ik zal maken in China. Heel eerlijk gezegd is er niet zo heel veel bijzonders aan Shenzhen, het is net, zoals de meeste steden in China, internationaal vrijwel onbekend. Er zijn twee dingen die Shenzhen, in mijn optiek, bijzonder maken. Ten eerste is het p[ een steenworp afstand van Hong Kong. Over de rivier kan je Hong Kong zien liggen, zo dichtbij dat je er praktisch naar toe kan zwemmen, alleen zal je waarschijnlijk worden geweerd door de douane. De relatie tussen 'mainland' China en Hong Kong is moeizaam en er is dus ook geen mogelijkheid om even over te steken om een blik te werpen.

De tweede reden is niet per se alleen toepasbaar op Shenzhen, maar de stad is het wel het duidelijkste voorbeeld voor. Nadat Chairman Mao was overleden nam Deng Xiaoping het snel voor en achter het toneel over. Met zijn beroemde citaat: "Het maakt niet uit of de kat zwart of wit is, als hij de muis maar vangt'' werden veel van Mao's beslissingen snel teruggedraaid, de boeren hoefden niet meer in kampen te werken en kregen de mogelijkheid om zelf geld te gaan verdienen. Binnen no-time waren er weer rijke boeren en kwam de snelle voortgang die China heeft gemaakt op gang. Shenzhen is een van de plekken waar Deng Xiaoping veel in heeft geïnvesteerd, daarom ook dat er nu een gigantisch standbeeld boven op een heuvel staat, waar de kleine man uitkijkt over de stad.

Er is nog maar een klein deel van Shenzhen dat niet is opgeslokt in hypermoderne skyscrapers en winkelcentra. Anderhalve straat is in de oude bouwstijl, waar je met (een grote groep andere toeristen) doorheen kan wandelen. Als je de straat over steekt is er een misschien nog wel opvallender straat; Tullip Street. Een ''namaak'' van Nederlandse huizen, windmolens, cafés en vooral bloemenwinkels. Het lijkt natuurlijk niet echt op Nederland maar het geeft toch een "Europese-sfeer'' (zoals de Chinezen het zouden noemen). En er is, zoals bij de meeste toeristische trekpleisters, kans om op de foto te gaan met standbeelden van felgekleurde koeien, klompen of voor een nep mini-kerk.

Twee dagen is meer dan genoeg om alles te bezichtigen, Shenzhen is een stad zoals er nog honderden meer zijn in China. Zonder echte historie of interessante toeristische trekpleisters (als je heel geïnteresseerd bent in moderne architectuur is het misschien wel heel bijzonder), waar beton en glas van de een op de andere dag uit de grond lijkt zijn getrokken. Langs mijn hostel is een gigantisch station met een reusachtig winkelcentrum, wat grotendeels leeg staat. Alles ziet er splinternieuw uit maar de roltrappen werken niet, de gangen zijn leeg en voor elke winkel staan meerdere winkelmedewerkers verveeld voor zich uit te kijken. Dit is niet een incident, er zijn veel bouwvakkers in China en doordat er economisch belang is worden er reusachtige bouwprojecten verzonnen, ook al is er geen vraag naar. Zo ook komt het voor dat een minister een budget krijgt om een brug te bouwen, vervolgens gebruikt hij maar een lein percentage van het budget om een aannemer in de hand te nemen die goedkope materialen gebruikt, de rest van het geld wordt in eigen zak gestopt. Binnen twee maanden valt de brug in elkaar en is het aan de media om de sociale opinie te sturen met de boodschap: ''ach, we kunnen best omrijden, zo erg is het allemaal niet''.

Mijn volgende bestemming is het compleet tegenovergestelde van Shenzhen. Guilin is een beroemde plek in China, en niet alleen omdat de Li Rivier is afgebeeld op de achterkant van een 20 CNY biljet. Historische gebouwen, prachtige landschappen gecombineerd met een modern stadsleven. Al vanaf het moment dat ik de eerste dingen ging opzoeken over waar ik naar toe zou kunnen gaan in China, zo'n anderhalf jaar geleden, stond deze bestemming op mijn lijstje. President Nixon zei dat het de allermooiste plek is waar hij ooit is geweest en de foto's die ik zag logen er ook niet om. Een prachtige rivier waar rotsen boven het water uit steken, vergelijkbaar met Ha Long Bay.
Ik denk dat ik deze plek in mijn hoofd zo'n voetstuk had gegeven dat het niet anders kon zijn dan een lichte teleurstelling. Toen ik aankwam in Guilin kwam er gelijk een vrouw van middelbare leeftijd en perfect Engels naar mij toe om mij te helpen met de bus. Ze ging zelfs zo ver om een stukje om te reizen om mij te begeleiden en voegde mij toe op WeChat (de Chinese whatsapp) zodat als ik nog vragen had ik contact met haar kon opnemen.

Het hostel was ook perfect, een vriendelijke staf die Engels sprak, een kamer met maar 4 bedden die afgeschermd waren met een gordijn zodat je echt je eigen plekje had en je kon zelfs tours regelen bij de check in balie. Hierdoor kwam ik er al snel achter dat je niet zelf op pad kon gaan naar de Li Rivier. Niet alleen dat, het was ook nog een uur rijden met de bus om überhaupt aan te komen.

Om de volgende dag nog terecht te kunnen boekte ik gelijk 2 tours. Een voor een tour van de Li Rivier op een bamboe-bootje, en een uitstapje naar een beroemd rijstveld.
's Middags nam ik de tijd om rond te lopen door Guilin, dichtbij was een oud paleis en iets verder een park met tempel en een berg die je kon beklimmen voor een zicht over de stad.

De volgende ochtend stond ik om half 8 klaar om met de bus naar de Li Rivier te gaan. Er waren nog 4 andere buitenlandse toeristen, 3 uit Engeland en nog een jongen uit Amerika. Na een uur rijden werden we verdeeld in groepjes van 4 voor de bamboe-boot. Ik werd gepaard met een Chinese, zeer vriendelijke, familie wiens dochter wat Engels sprak. Alles leek volgens plan te gaan, maar toen begon het keihard te regenen. In mijn fel roze chin-chan regenjas stonden we aan de oever te wachten op een van de bootjes, zoals de naam al weggeeft is het niet veel meer dan bamboe palen waaraan twee bankjes zijn vastgemaakt en een motor.

Aan het eind van de tour klaarde het gelukkig iets op zodat ik nog snel wat foto's kon nemen. Hierna gingen we verder met de tourbus naar een beroemde oude brug en een amusementspark over de verschillende minderheden in China.
In mijn hoofd had ik het beeld dat ik zou kunnen gaan wandelen langs de rivier, op het zand zou kunnen lunchen terwijl de lokale bevolking vist op kleine bootjes in het water. Dat was wat de foto's mij hadden doen geloven, natuurlijk was het naïef om te denken dat het werkelijk ook zo zou zijn, het is hetzelfde als je foto's ziet van de Great Wall in Beijing waarop het lijkt of er niemand te zien is in de verte, in werkelijkheid stikt het van de toeristen en is de muur amper te zien door de mensen massa heen.
Ik ben denk ik gewoon niet zo'n fan van de tours. Je gaat van plek naar plek in een bus om snel een foto (van jezelf voor het monument) te kunnen schieten en stapt weer in de bus om verder te reizen. Ik vindt het persoonlijker veel leuker om zelf op pad te gaan en de weg te moeten vinden, helaas was dat deze keer niet mogelijk.
Dag 2 in Guillin was min of meer hetzelfde, dit keer een nog langere busreis (3 uur!) voor even op de top van de berg een foto te kunnen maken in de stromende regen. Het verschil was dit keer dat ik de enige buitenlander was en dat er niemand Engels sprak, ook de tour gids niet. Oh, en een jongen van 10 kotste over mijn dure bergschoenen heen.
Mijn laatste dag in Guilin was vooral gevuld met het vinden van de juiste bus om naar het treinstation te kunnen gaan om mijn treinticket voor de volgende dag te kunnen oppikken. De rijen zijn hier lang en het duurt een eeuwigheid voordat je aan de beurt bent omdat iedereen voorkruipt. De trein naar Xi'an vertrok de volgende ochtend vroeg en ik wilde het niet riskeren dat ik te laat zou zijn.

Ik was mij immers mentaal aan het voorbereiden voor de 27 uur durende treinreis naar het noorden. Achteraf bleek dit niet nodig te zijn want de uren vlogen voorbij. Ik had het duurste ticket gekocht voor een ''soft sleeper'', andere mogelijkheden waren een zitplek of een ''hard sleeper'' wat letterlijk houten planken zijn die zo dicht mogelijk, 3 hoog, bij elkaar zijn gehangen zodat er zoveel mogelijk passagiers kunnen worden vervoerd.

Ik sliep in een van de cabines met 2 stapelbedden. Ook al waren er maar 3 andere bedden, ik had toch nog 6 medepassagiers. Een opa die met zijn kleinzoon op pad was, en twee moeders met dochters. Vanaf het moment dat ik binnenstapte probeerden ze een gesprek aan te knopen, zoals de meeste Chinezen veronderstelden ze dat ik Mandarijn zou kunnen spreken. Ik hoop altijd dat als ik in het Engels antwoord met: ''I'm sorry, I don't speak Mandarin'' dat ze het kunnen begrijpen maar dikwijls krijg ik of dezelfde vraag maar dit keer in een luider volume of ze schrijven het op wat nog onmogelijker is.

Ik verbaas mij er nog steeds over hoe goed de jeugd hier Engels kan spreken, kinderen van basisschool-leeftijd kunnen perfecte zinnen maken en vragen stellen. Dit gebeurt nogal vaak, meestal worden kinderen op aandringen van ouders gedwongen om een gesprek met mij aan te knopen.

Helaas kunnen de kinderen niet genoeg Engels om mij te verstaan als ik het eten wat wordt aangeboden wil afslaan, ik had net voor dat ik de trein op was gestapt een broodje opgepeuzeld, mijn Chinese kamergenoten hadden echter gewacht totdat ze in de trein waren voordat ze allemaal kleine bakjes met rijst, vlees, fruit en brood opentrokken. Van bijna elk bakje boden ze mij aan om mee te eten, ik zat op het bovenste bed te lezen als ik weer een bakje in mijn zicht zag rijzen. Hoe meer moeite ik deed om af te slaan, hoe hoger het bakje werd gehouden. En het bakje ging niet naar beneden totdat ik meer dan een stukje had genomen. Ik voelde mij semi-schuldig over het onbetaald 'free-loaden' maar was er niet minder dankbaar om.

In Xi'an waren de temperaturen hoog opgelopen, Shenzhen was minstens net zo warm alleen kwam ik aan in de avond en was het temperatuurverschil niet zodanig. In Xi'an kwam de warmte als een klap in mijn gezicht toen ik het trein-station uitwandelde. Ik probeerde een taxi te krijgen maar werd telkens afgewezen, dit was al eerder gebeurd dus ik stond er niet echt van te kijken. Uiteindelijk hervond ik mijn oude liefde in de 'try-cycles' die zijn te vinden in Xi'an, een veredelde tuk-tuk die ik uit Cambodja herkende.
Ik betaalde een hele schuit geld aan de enkel Manderin-sprekende man en werd vervolgens eventjes verder bij een metro station de wagen uitgejaagd. Het was rond het middaguur en vol met mensen, niet dat je ooit kans hebt op een zitplekje, de banken zitten vol met jonge studenten die harmonieus in 'slaap vallen' als er een oudere of zwangere vrouw de metro instapt.
Mijn hostel in Xi'an lag in het midden van de stad, pal langs een gigantisch winkelcentrum vol met Starbucks, Subway, C&A ,H&M en een cinema op de bovenste verdieping. Nadat ik de boel een beetje had verkend ging ik na het avondeten terug naar mijn kamer en rond een uur of 10 opende de deur en stak Lei haar hoofd om de hoek.
Yang Lei is een eigenaardig maar vriendelijke vrouw van 29. Ze is geboren in Beijing maar heeft 8 jaar van haar leven in the Verenigde Staten gestudeerd en heeft een aardige hoeveelheid levenservaring opgebouwd. Ze is intelligent, zelfverzekerd, heeft een geweldige historische kennis en een goed gevoel voor humor. Ook al is ze klein en mager ze heeft een gigantische eetlust en veel van onze avonturen hangen samen van het opzoek zijn naar maiskolven, gepofte zoete aardappelen, perziken en soja-eieren. Momenteel is ze terug naar de VS om te studeren als advocaat, wat haar zonder twijfel goed zal afgaan.

We blijven tot laat op en de volgende dag slapen we wat langer dan gewoonlijk. Rond een uur of half 12 zijn we dan opzoek naar een restaurant om te gaan lunchen. Het winkelcentrum staat zoals gewoonlijk half leeg en, omdat het zo groot is, zijn we lang op zoek totdat we een restaurant vinden om te gaan eten. Lei bestelt 4 gerechten, variërend tussen groenten, vlees, eieren en aardappel, ik bestel een soort platte tortilla wat Lei ''peasant-food'' noemt. (dit restaurant heeft ook, buiten alle verwachtingen, Kriek-bier uit België?).

Na wat te hebben rondgelopen in het winkelcentrum (waar Lei nog wat soja-eieren kocht) besloten we iets te gaan doen waar we het in Ho Chi Minh City over hadden gehad; naar de nieuwe Independence Day film. De film, gesponsord door de Chinese overheid, heeft een beroemde Chinese actrice genaamd 'Angelbaby' (deze naam verzin ik niet). Ze is de Paris Hilton van China, niemand weet eigenlijk waarom ze beroemd is maar dat is ze nou eenmaal dus ze kan net zo goed gaan acteren. Haar voornaamste reden voor bekendheid is haar fantastische, geslaagde plastische chirurgie (of zo is mij verteld).

Na de film gaan we weer eten (een slechte gewoonte is snel gevormd) en nemen we een tricycle om naar de stadsmuur te gaan. Als het terracotta leger de nummer 1 attractie van Xi'an is, dan is de stadsmuur nummer 2. Het is een van de best bewaarde stadsmuren in China en de bouw is begonnen in 194 BC. Als Lei en ik rond een uur of 7 aankomen is de zon al onder en is de muur prachtig verlicht. Het stikt er nog van de toeristen, de bezienswaardigheid is immers tot half 11 open. De muur is in totaal meer dan 36 kilometer lang en om de zoveel meter staat een toren in oude Chinese bouwstijl, aan de buitenkant zijn de iconische rode lampionnen gehangen.

Lei en ik zijn al een paar uur aan het lopen en diep in gesprek. Hoe verder we lopen, hoe minder toeristen we zien. Als ik uiteindelijk op mijn mobiel kijk is het al kwart over 10. Zo snel mogelijk lopen we terug en komen we rond half 11 bij de eerste uitgang aan. Dicht. We overwegen om over de muur heen te klimmen maar al snel komt er een Chinese man van de andere kant aangehold die volhoudt dat we toch echt naar de poort in het Westen moeten lopen. Als Lei vraagt hoe ver dat is zegt hij: ''mwah, zo'n 10 minuten?''
Het was geen 10 minuten. Rond 11 uur sprongen alle lichten uit en liepen we over de donkere muur, enkel verlicht door de hoge gebouwen aan beide kanten. Het is inmiddels al zover dat we al voor een plek om te slapen aan het zoeken zijn, we lopen langs een rij grote golfkarretjes waar politiestickers op zijn geplakt en besluiten dat de zwarte banken onze beste kans zijn op een goede nacht slaap. Uiteindelijk komen we aan bij de 'West Gate', die gelukkig nog verlicht is. Er zijn een paar bouwvakkers bezig die verbaasd opkijken als wij aangewandeld komen. Alles is al dicht, maar het hek is laag genoeg om overheen te kunnen springen en zo eindigt ons avontuur toch nog goed.
De volgende dag gaan we naar de ''muslim quarter'', het is verbazingwekkend hoeveel moslims er in China zijn. Geen immigranten, maar Chinezen die met hoofddoeken naar Arabisch uitziende moskeeën gaan. De wijk staat bekend om zijn eet-tentjes, yoghurt, markt en Moskee. Allereerst gaan we naar een ''shadow-show''. Voordat ik naar China ging had ik een paar Chinese films gekeken, waaronder ''to live''. Samengevat is het een film over een rijke man die door gokken al zijn geld verliest maar zijn talent voor schaduwspellen redt hem van de ondergang. Zo ook als de culturele revolutie begint waarin hij, en zijn familie, in angst leven dat iemand hun rijke verleden ontdekt. Het is een lange, moeizame film waar veel historische voorkennis van de kijker wordt verwacht en welke vol zit met verborgen boodschappen. De film is overigens verboden in China, het zou zichzelf te negatief uitlaten over ''die 10 jaar'' (de culturele revolutie).

Lei heeft ''to live'' ook gezien, maar is verder niet eerder naar een ''shadow play'' geweest en dus betalen we 5 dollar voor een kaartje voor een voorstelling. De kleine kamer waar plek is voor niet meer dan 10 mensen, hangt vol met de poppetjes van koeienhuid. Met houten stokjes kun je leren om ze te bewegen. Voordat hij de voorstelling begint pakt hij twee poppetjes van de muur en maakt hij een kort praatje met ons. Aan Lei vraagt hij waar ik vandaan kom en als zij ''Hollan-gue'' antwoord maakt hij meteen een voetbal beweging (het is dit of tullipen).

Kort daarna verdwijnt hij achter een wit doek waar een lamp op is gericht en zet hij de muziek aan. Het verhaal gaat over een man die wordt uitgehuwelijkt aan een vrouw die hij nog nooit heeft gezien en besluit zich voor te doen als een verkoper aan haar deur om een blik op haar te kunnen werken. Het verhaal wordt geleid door traditionele Chinese instrumenten en zang (een combinatie van praten/zingen in gekke stemmetjes). Het is in lokaal dialect en Lei heeft bijna net zoveel moeite om iets te begrijpen van het geheel als ik. Overigens gaat de communicatie heel moeilijk in het zuiden, alles moet meerdere keren herhaald worden om er iets van te begrijpen. Een taxi-chauffeur geeft Lei het compliment dat hij bijna helemaal geen moeite heeft om haar te verstaan en vraagt uit welk land ze komt.

Na wat te hebben gegeten lopen we over de markt. Overal is communistische propaganda te koop en t-shirts met Obama in CPC outfit met de tekst ''Mao-bama'' (???).
Na een paar schandalig afgepreisde armbandjes te hebben gekocht gaan we naar een oude Moskee die is opengesteld voor het publiek. Het wordt amper gebruikt en is vol met toeristen met Moslim hoedjes (bij de ingang te koop). De nieuwe moskee, die in Arabische stijl is gebouwd, is niet open voor niet-moslims en gaat zelfs zo ver dat ze een aparte moskee hebben voor vrouwen.
We dwalen nog wat rond en lopen langs een goochelaar die ons uitnodigt om wat kunstjes te bekijken. Vol fascinatie kijken we hoe hij een muntje door een glazen tafel heenslaat en twee rode harten-sponsjes uit mijn hand tovert. Voor een paar dollar kunnen we het leren, en we hoeven niet te betalen als hij niet slaagt om ons in ieder geval een truc te leren.
Dat heeft hij geweten, want het duurde eeuwen voordat hij een truc had gevonden die zo simpel was die wij ook konden uitvoeren. Uiteindelijk ''leert'' hij ons de muntjes, spons en een kaart truc (ik betwijfel of ik het met overtuiging zal kunnen doen) en geeft hij nog wat goochel gereedschappen aan ons mee.

Voor het avondeten gaan we naar een restaurant dat bomvol zit, want ik beredeneer maar zo: als Chinezen er niet willen eten, wil ik dat waarschijnlijk ook niet. De populariteit van het restaurant was echter een illusie, er zat maar een grote groep kinderen binnen die op school reisje waren. Zoals wel vaker had het restaurant maar één gerecht en kregen we een soort noodle-soup met croutons voorgeschoteld. Na het eten hadden Lei en ik beide buikpijn.

's Avonds maakten we tijd voor een watershow (vergelijkbaar met de watershow in de Efteling), die in alle opzichten niet erg indrukwekkend was. Maar, van te voren, konden we nog wel even naar een 6D film, een duur woord voor een spookhuis, waarbinnen een Chinese broer en zus van een jaar of 10 al gillend (en bijna huilend) aan mijn rok hingen terwijl de nauwe gangen doorliepen. Hierna konden we nog even snel in de bots-auto's en na de watershow van een half uur namen we de trein terug naar het hostel.

Na te hebben ontbeten (ontbijt/brunch/lunch) in een hot pot restaurant waar de gerechten op een band pal voor je rondbewegen waarvan je onbeperkt kan eten, was het tijd voor het hoogtepunt in Xi'an, of zo dachten we. Het zou crimineel zijn om naar Xi'an te gaan en niet het terracotta leger te bezoeken. Met de taxi was het nog een goed drie kwartier rijden voordat we bij de gigantische vindplaats van het leger aankwamen. Bomvol met toeristen die overal voor opstoppingen zorgde omdat bij elk enigszins merkwaardige object een selfie moet worden genomen, kwamen we uiteindelijk binnen bij een enorme zandbak waarvan je op het balkon het leger kon zien staan.

Het leger ligt grotendeels nog onder de grond omdat er wordt gewacht op betere technologie voordat ze weer beginnen te graven. De delen die waren opengesteld waren op zo'n afstand van het publiek gezet dat je 'nimmer nooit' goede foto's of camera-beelden kon maken. Niet dat het onbegrijpelijk is, er is in Thailand laatst al een tempel voor publiek gesloten omdat Chinese toeristen zoveel hadden vernield door aanraking en vervuiling.

Met een lichte teleurstelling lopen we op het balkon waar ik soms gestopt wordt voor een foto. Het indrukwekkende aan het terracotta leger heb ik altijd gevonden dat iedere man er anders uitziet, geen gezicht of lichaamsbouw is hetzelfde. Maar daar valt weinig van te zien van zo'n grote afstand.
We besluiten maar door te gaan naar een beroemd park. Eeuwen geleden was er een keizer die verliefd werd op een 'concubine'. Nadat hij deze vrouw had gezien had hij geen oog meer voor andere vrouwen, maar ook niet voor zijn koninkrijk. In een park ontmoetten de verliefden elkaar en dansden zij met elkaar. Zonder dat de koning het in de gaten had begon zich een opstand te vormen en voordat hij het wist stond er een leger te wachten bij de poort. Er was echter nog een compromis te vormen, hij zou mogen doorgaan met regeren als zijn verliefde zelfmoord zou plegen. Wanhopig besluit de keizer zijn concubine een sjaal te geven en vraagt hij haar om zichzelf te doden. Na haar dood blijft hij naar haar op zoek, in de hemel en op aarde. Dit verhaal is beschreven in een beroemd Chinees gedicht genaamd: ''Song of everlasting sorrow'', zo ook de titel van de dans-en toneel voorstelling die is gebaseerd op dit verhaal.
Toen Lei en ik naar buiten liepen bij het terracotta leger kwamen we langs een stand waar je kaartjes kon kopen. De tickets waren redelijk duur maar de goedkoopste tickets waren bijna niks waard, dat was als zij nog tickets hadden. De twee meisjes moesten eerst nog even bellen om te vragen naar de kaartjes. De vrouw aan de andere kant van de lijn had liever dat wij de goedkope kaarten kochten, misschien wilden ze de duurdere kaarten bewaren om op het laatste moment voor een fortuin te verkopen. Een van de meisjes aan de telefoon hield vast dat wij de duurdere kaartjes moesten krijgen want ''een van hen is een internationaal diplomaat'' (Lei laat mij dit niet vergeten tot mijn dood).

Het park is gigantisch en vol met prachtige monumenten die het beroemde verhaal afbeelden. De voorstelling is prachtig, een van de beste voorstellingen waar ik ooit ben geweest. Prachtige muziek, kostuums, visuele effecten en geweldige dansers. Aan het einde van de show vinden de geliefden elkaar weer terug in de hemel, een 'happy-ending' wat het originele verhaal niet gegund is.

De volgende dag vertrekken we naar Yan'an. Yan'an is de geboorteplek van het Chinees communisme. Aan het einde van de Lange Mars zijn hier alle belangrijke figuren (minus Deng Xiaoping, die undercover 'kameraden' aan het vergaren was elders in het land) neergestreken. In Yan'an zijn alle belangrijke elementen van het vroege stadium van het communisme te vinden. De verschillende plekken waar de leiders hebben gewoond, waar ze hun eigen persbureau hadden, waar de ''peasants'' in een leger werden omgetoverd om de ''Nationalisten'' onder Chiang Kia-shek te bevechten. Dit is de plek waar de vrouwen uit Shanghai naar toe kwamen om de vrouwen van de generaals te vervangen die met hun de Lange Mars hadden gelopen. Zo ook de ''feeks'', zij die niet genoemd mag worden, de vierde vrouw van Mao en een van de meest gehate vrouwen in de Chinese geschiedenis; Jiang Qing.

Als ik haar naam noem op WeChat krijg ik onmiddellijk een voice-bericht van Lei terug met: ''Ssssssh!!!'' en ''dus, wil jij het bovenste of onderste bed in de gevangenis?''. Ze maakt een grapje maar later legt ze het zo uit: de politie gebruikt trefwoorden om de berichten op WeChat te bekijken en ze zegt het zo: ''you don't want the eye of Sauron on you''. Zelfs nu als ik dit type ga ik snel door naar de volgende pagina en kijk ik even snel om mij heen om te zien of niemand zit mee te kijken.
In alle opzichten was Yan'an het centrum van de Chinese Communistische revolutie van 1936 tot 1948. Ik kan mij ook niet voorstellen dat iemand om een andere reden naar Yan'an zou komen. Als ik aan een vrouw in Guilin vertel dat ik hier naartoe ga, kijkt ze afkeurend en zegt ze: ''dat is een slechte plek, je moet daar niet naar toe gaan''.

Niet dat het makkelijk is voor een internationale toerist om naar Yan'an toe te gaan, er is bijna geen hotel te vinden waar je mag verblijven zonder een Chinese identificatiekaart. Uiteindelijk weten we een hotel te vinden waar we een kamer kunnen huren voor een paar dollar per nacht. Compleet met tv, computer en vochtige lakens.
Het is ook duidelijk dat niemand echt gewend is aan buitenlanders (als blank persoon, ik kan mij de reactie niet eens voorstellen als ik zwart was geweest, gezien de reactie die in de grote steden wordt gegeven, niet veel goeds). Alleen al in de trein naar Yan'ang ben ik, als enige blanke, het object van fascinatie. Halverwege komt er een grote groep boeren naar binnen die al hun bagage in lakens hebben gebonden, waarschijnlijk omdat ze niet rijk genoeg zijn voor een rugzak.

In Yan'an zelf is de situatie niet veel beter. Overal worden er foto's genomen (soms met toestemming, soms niet), worden vragen aan Lei gesteld (die ze over het algemeen mijn gids of vertaler noemen) en wij passeren op straat een jongen van een jaar of 11 die een reactie geeft identiek aan die van Joaquin Phoenix in 'Signs' wanneer hij een alien voorbij ziet lopen.

Het is niet geheel verrassend, de meeste Chinezen in de minder grote steden hebben nog nooit een blank persoon gezien, buiten in films en reclames. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, of je nu arm of rijk bent, oud of jong, wat je afkomst ook is; je bent een teken van welvaart en rijkdom. Hoe minder zij gewend zijn aan niet-Chinezen, hoe meer je als een object wordt gezien. En deze objectificatie lijdt ertoe dat er niet altijd dezelfde gedragsregels worden toegepast.

Ik vindt het helemaal niet erg om op de foto te gaan, om je kleine kind vast te houden en te posen voor een monument of om een selfie met je te nemen, maar ik heb er wel een hekel aan als ik iets aan het bekijken ben en er een arm om mij heen wordt geslagen om een selfie te nemen. Als er een grote groep oudere vrouwen zonder te vragen mij omcirkelen en ik 'nee' zeg tegen de foto, geven ze Lei de schuld: ''haar gids had ons beter aan haar moeten voorstellen!''. Ze proberen nog een poging via Lei maar die geeft hun zo'n valse blik dat ze beledigd maar een foto van zichzelf nemen op de plek waar Mao Zedong en Zhou Enlai altijd speeches gaven.

Yan'an is twee dagen in het teken van Mao Zedong. Overal waar je komt lopen toeristen in CPC kleding, in Mao t-shirts en kopen ze Mao posters om thuis op de muur te hangen. De andere belangrijke figuren vallen een beetje in het niets bij zijn populariteit. Een schattig meisje die met haar vader dezelfde berg als ons beklimt noemt hem ''opa 'chairman' Mao''.
We bezoeken het Yangjialing Revolutie kantoor, de 'Revoluntionary Memorial Hall', 'Zaoyuan Revolutionary Site of Yan'an', 'News Publishing Memorial of Yan'an', Yan'an Revolutionary Site at the foot of Fenghuang Mountain' en 'Former Revolutionary Headquaters of Wangjiaping.

Aan het eind van onze twee dagen hebben we alles gezien, waar Mao en zijn nieuwe vrouw woonde, waar hij zijn moestuintje had, waar Zhou Enlai zijn speeches schreef en waar He Long en alle andere generaals en belangrijke figuren nog geen weet hadden van hun donkere toekomst en verschrikkelijke dood.
Ik en Lei lachen veel, voor ieder figuur hebben we wel een bijnaam: ''the big M'', ''dragon'', ''she-who-must-not-be-named'' en ''your favourite''. Niet dat ik de namen juist kan uitspreken, meestal kijkt Lei mij even vragend aan voordat ze begrijpt wie ik bedoel.

Op 11 juli stap ik op de trein naar terug naar Xi'an om daar het vliegtuig naar Hangzhou te pakken. Zonder Lei reizen is een stuk minder leuk, niet dat ik geen contact heb met mensen in het hostel, maar het is toch zelden dat je zo'n connectie met iemand vindt zoals ik dat met Lei heb bevonden. In elke stad blijf ik maar twee of drie dagen, wat te kort is om met iemand echt een band op te bouwen. Sowieso zijn er vooral Chinese toeristen die niet altijd even goed Engels kunnen ook al ben ik altijd onder de indruk als ze ook maar een beetje Engels kunnen spreken. Ik kan nog steeds XieXie (dankjewel) fatsoenlijk uitspreken en heb nog weinig meer opgestoken. En dan begin ik nog niet eens over het schrift.

Hangzhou is de romantische plek van China. Vol met 'newly-weds' en toeristen is het een stuk meer toegankelijk, je hebt er zelfs Westerse wc's! (er zijn bijna alleen Franse toiletten waarvoor je 'the Asian squat' voor moet kunnen, wat ik niet kan.) En dat niet alleen, een Westers toilet is nooit bezet omdat Chinezen deze liever niet gebruiken. Net zoals in Vietnam en Cambodja hangen er binnen over bordjes om te voorkomen dat mensen op hun hurken gaan zitten op de WC-pot. Niet dat dit altijd werkt, meestal als ik een WC-hokje instap is de bril omhoog.

De beroemdste plek in Hangzhou is West Lake. Een gigantisch meer waar Mao altijd naar toe vluchtte als de situatie moeilijk werd in Beijing. Mocht Zhou Enlai of een andere minister dan naar Hangzhou toe komen voor raad, dan werd er meestal een abstract antwoord gegeven in de vorm van een boek citaat, meestal uit 'Romance of the Three Kingdoms'.
Niet dat ik hem te veel kan beoordelen, Hangzhou is prachtig en het weer is koeler dan in Beijing. West Lake is vooral adembenemend. Kleine bruggetjes over het water, traditionele boten, oude bouwwerken en zelfs een Starbucks zijn allemaal onderdeel van het meer.

Mijn hostel ligt in een van de oudste gebieden in Hangzhou, wat grotendeels intact is gelaten. Om de wijk binnen te komen moet je eerst onderdoor een gigantische wachttoren die 's avonds zo verlicht is dat je de, licht verontrustende, wassen poppen die wachters moeten voorstellen, kan zien staan. 5 minuten van het hostel is een markt omringd door allemaal kleine souvenierwinkeltjes. In het midden staat een gigantische gouden buddha, zijn buik verkleurd van de velen handen die er overheen hebben gestreken (geeft geluk).

Mijn volgende bestemming is Shanghai. De Blue Mountain Bund Hostel ligt precies langs een grote winkelstraat, en, zoals de naam al weggeeft, langs de Bund rivier. Onmiddellijk wordt duidelijk hoe veel mensen er in deze stad wonen. Mensenmassa's lopen door de straten, winkelen in Westerse winkels zoals H&M en Zara. De ligging van Shanghai maakt dat het stikheet is en met twee zware rugzakken loop ik in15 minuten naar mijn hostel.

Nadat ik de eerste ochtend in Shanghai met een meisje uit Israël naar een internationale boekenwinkel ben geweest en voor een paar euro 2 klassiekers had gekocht ('Animal Farm', 'the Scarlett Letter' en 'The curious case of de dog in the night time' (die zij aanraadde). Mijn kamergenoot ging hierna door naar een Spa waar je voor 8 euro 24 uur kan verblijven en ik ging terug naar het hostel omdat ik mij niet helemaal fit voelde.
's Avonds had ik afgesproken om met Chester uit Vietnam, die in Shanghai woont, uit eten te gaan.

Chester nam mij mee naar een Vietnamees restaurant waar we Pho (noodle soep) konden eten. Natuurlijk niet zo lekker als in Saigon maar nog steeds een heerlijke maaltijd. Hierna namen we een Uber-Taxi naar een sportbar ergens in het centrum. Veel bezocht door Chinese maar ook internationale studenten, konden we nog net een plekje vinden om te zitten. Op elk tafeltje stond een een beker met dobbelstenen om een grappig Chinees spelletje te spelen.

Na een uur gingen we door naar Chesters favoriete plek: een club. In China (en andere Aziatische landen) hangt er een stigma rondom uitgaan. Met vrienden naar een BBQ of karaoke doen en dan vol uitgaan met drinken is oké, maar een club wordt nog steeds gezien als iets Westers en onethisch. Zo is het dat het alleen rijke jongeren dit deel van het uitgaansleven bezochten.

Als we aankomen staan de Ferrari's en andere dure auto's van wie ik de naam niet weet, al op de straat. Deze rijke jongeren zijn vaak kinderen van zakenmensen of corrupte politici (ook al is de Communistische partij bezig om deze corruptie tegen te gaan... ach ja, lokaal dan). Met een glazen lift gaan we naar de bovenste verdieping waar een groep medewerkers ons opwachten.

En daar zijn Chester en ik dan, midden tussen de Gucci en Prada (in mijn nieuwe H&M broekpak) met denderende Westerse muziek op de achtergrond (Chester is zo aardig om bij iedere Nederlandse DJ een seintje te geven, ik zou het anders niet weten). Rondom de dansvloer zitten de VIP's met tafels vol eten en drinken en persoonlijke serveerders die glazen vullen en sigaretten aanbieden (in China mag je, helaas, nog overal roken). Binnen de kortste keren worden we uitgenodigd om te gaan zitten bij 3 rijke Chinese mannen en een jonge knappe vrouw die met mij een potje van het dobbelsteen spel speelt. Ze spreken amper Engels dus Chester moet veel vertalen.

De avond vliegt voorbij en de manager is zich net komen voorstellen als Chester een handbeweging maakt om naar huis te gaan. Dan kom ik erachter dat ik mijn portemonnee kwijt ben geraakt. Het is te donker en te luid om te gaan zoeken en de manager belooft er morgen naar te zoeken, maar ik hou er al rekening mee dat ik het kwijt ben. Gelukkig legt een van de Chinese jongens 600 RMB op tafel (zo'n 90 euro) voor de taxi naar het hostel (de taxi rit is maar 50 RMB, maar hij staat erop).

In mijn portemonnee zit mijn pinpasje, maar gelukkig had ik mijn creditcard in het kluisje gelaten. Helaas werkt deze niet als ik de volgende ochtend naar verschillende banken in Shanghai ga. Uiteindelijk blokkeert de ING ook nog mijn pasje en moet ik mijn laatste geld, wat ik van de Chinese man had gekregen, gebruiken om een sim- kaartje voor mijn telefoon te kopen. Na 20 minuten in de wachtrij te hebben gestaan wordt mijn telefoontje door een computer stem onderbroken die aangeeft dat ik nog maar 1 minuut heb.

Al met al ben ik de overige dagen in Shanghai bezig om mijn geldzaken op orde te krijgen en zie ik weinig van de stad. Op mijn laatste avond loop ik nog met een groepje jonge medische studenten die in China stage lopen door de stad en zo houdt mijn avontuur in Shanghai op. Mijn laatste ochtend ga ik langs de Western Union waar mama geld naar had toe gestuurd om 300 euro in RMB op te halen zodat ik in ieder geval door kan naar Nanjing. Na een paar dagen belt papa dat ik de cijfers van mijn pincode van de creditcard door de war had gehaald en dat deze het daarom niet deed (oeps) en is alles weer opgelost.

Nanjing was voorheen de hoofdstad van China en toneel voor een van de gruwelijkste taferelen in de geschiedenis. Toen de Japanners in de tweede wereldoorlog China binnenvielen was er een diep conflict aan de hand. De Nationalisten hadden de macht en hadden in 1927 in Shanghai honderden Communisten laten onthoofden door ingehuurde gangsters. Maar nu waren de Communisten terug en georganiseerd en waren ze arme boeren en 'peasants' aan het mobiliseren tegen de Nationalisten. De regering onder leiding van Chen Kaishik had dus dit dilemma: of hun leger gebruiken om de Communisten te bevechten of hun leger gebruiken om de Japanners te weren.

Uiteindelijk kozen ze niet echt voor een van de twee en werd het leger vooral gebruikt om burgers te evacueren als de Japanners aankwamen in een stad in hun tocht van terreur. En zo kwamen ze ook zonder te veel moeite aan in Nanjing. Een groep internationale burgers, waaronder een prominente dokter uit Duitsland, hadden gehoor gekregen van de horror verhalen over de manier van oorlog voeren van de Japanners en vormde een 'safety zone' midden in Nanjing. Niet dat de Japanners zich hier al te veel van aantrokken, maar genoeg om duizenden mensen te redden. Helaas waren er genoeg burgers buiten deze zone en binnen weken waren er 300.000 burgers vermoord, en nog meer meisjes verkracht of gedwongen in de prostitutie.

Met het excuus dat er wel eens soldaten in de 'safety zone' zich zouden kunnen verbergen (wat klopte) kwamen de soldaten toch binnen en namen ze jonge mannen (en knappe meisjes) mee naar buiten om nooit meer gezien te worden. Experimenten met kinderen, de 100 koppen wedstrijd waar twee generaals een competitie hadden over wie de meeste hoofden had laten rollen, martelingen en massamoorden, ik zou nog veel meer dingen kunnen beschrijven maar het is te gruwelijk voor woorden. Nadelig voor de Japanners van vandaag is er veel foto materiaal gemaakt door de soldaten en zijn deze tentoongesteld in een gigantisch museum. Japan ontkent tot de dag van vandaag dat deze dingen zijn gebeurd.

Het museum was overweldigend en gruwelijk en ik was een beetje verbaasd dat families met jonge kinderen rondliepen door het museum. Desalniettemin was het een museum om stil van te worden en is het niet zo gek om te bedenken dat Chinezen (en alle andere Zuid- en Oost-Aziatische landen) nog steeds een gruwelijke hekel aan Japanners hebben.

Maar, ondanks dat er veel vernield is in de oorlogstijd en natuurlijk daarna in de Culturele Revolutie, is er ook nog steeds veel moois te zien in Nanjing. Ik bezoek nog wat tempels en oude gebouwen in de overige dagen. Ik verblijf een en piepkleine kamer met 4 andere Chinese vrouwen die geweldig zijn. Een van hen gaat zelfs volgend jaar studeren in Groningen! Ik ben nog steeds een beetje ziek en de laatste dag ben ik duizelig en, ondanks dat ik al uit ben gecheckt, mag ik van de eigenaar (gratis) tot 8 uur 's avonds in bed blijven liggen en komt hij zelfs nog Chinese medicijnen brengen. Hierna neem ik nog wat selfies met mijn kamergenoten en lopen ze met mij mee naar een taxi om naar het trein station te gaan.

Mijn laatste bestemming in China is Beijing. In totaal ben ik hier 3 dagen en is er natuurlijk een dag uitgetrokken voor de Chinese muur! Daarover de volgende keer meer.





  • 19 Augustus 2016 - 12:39

    Joke Siebers:

    Ik heb weer genoten, Roos, en ben erg benieuwd naar je volgende verslag, waarin ongetwijfeld ook gewag van Zuid-Korea, je ultieme doel!
    Groeten en tot gauw, Joke

  • 25 Augustus 2016 - 14:56

    Wilma Clement:

    Hey Roos
    Weer een boeiend en leerzaam reisverslag. Wat maak je toch veel mee! Hoeveel foto's heb je al gemaakt?
    Inmiddels in zuid-Korea en even herenigd met familie. Dat zal wel heel bijzonder zijn geweest.
    Ik wens je alle goeds en nog veel mooie en veilige kilometers.
    Heel veel groetjes

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Roos

Actief sinds 16 Maart 2016
Verslag gelezen: 1143
Totaal aantal bezoekers 3516

Voorgaande reizen:

19 Maart 2016 - 01 September 2016

Mijn eerste reis

Landen bezocht: