Gelukkig Khmer nieuwjaar! - Reisverslag uit Khett Siem Reab, Cambodja van Roos Hazendonk - WaarBenJij.nu Gelukkig Khmer nieuwjaar! - Reisverslag uit Khett Siem Reab, Cambodja van Roos Hazendonk - WaarBenJij.nu

Gelukkig Khmer nieuwjaar!

Door: Roos van Hazendonk

Blijf op de hoogte en volg Roos

13 April 2016 | Cambodja, Khett Siem Reab

Beste allemaal,

Allereerst: gelukkig Khmer nieuw jaar, en een fijn 2560! Het is vandaag dag 2 ''Vanabot''. Gisteren (''Moha Songkran'') is de eerste dag van het nieuwe jaar feest. Het wordt vooral gebruikt om het huis schoon te maken en offers te brengen aan de goden. Vandaar dat in de felle zon een tafel vol eten staat onder een zee van kleurrijke sterren.

Vandaag is speciaal voor het herinneren van de ouderen, zowel levend als de ''vertrokkenen'', zoals ze hier zo mooi zeggen. Het is ook de dag van donaties aan de armen en een ceremonie in de tempels genaamd ''bang scole''.

Morgen is de laatste dag van het feest ''Thgnai Loeung Sak'' en officieel de eerste dag van het nieuwe jaar. Deze dag staat in het thema van vergeving vragen voor alle fouten die in het vorige jaar zijn gemaakt.

Voor mij is de ervaring vooral met water worden bekogeld door zowel kinderen en volwassenen en naar het park gaan om te genieten van de moderne Cambodjaanse techno muziek. Maar eerst zal ik vertellen over mijn ervaringen van vorige week.

Vrijdag was het dan zo ver, het eindfeest van dit jaar. Om half 8 kwam ik aangefiets en waren er al volop kinderen aanwezig bij de school. In mijn klaslokaal waren 60 kinderen bij elkaar geperst in de beperkte ruimte en ik werd enthousiast werd begroet met knuffels. Ik was die week veel afwezig geweest omdat ik nog steeds niets had gegeten en was blij te zien dat ze me nog niet hadden vergeten. En ondanks dat mijn rug kraakte toen 3 meisjes van een jaar of 6 mij tergelijkentijd besprongen, was ik in een betere stemming dan ik in een tijdje was geweest.

Kort besproken we het actie plan met de andere vrijwiliggers en zo simpel mogelijk probeerde ik uit te leggen dat we alle tafels en stoelen naar buiten moesten slepen. Na een goed uur had iedereen buiten onder de schaduw van de bomen een plekje om te zitten. Veel hadden zelf een bakje met rijst mee en flesjes met geelgekleurd water, maar de honger was duidelijk aanwezig en de anticipatie voor het feestmaal groot.

Op het schoolterrein woont een familie die zowel als cafetaria als bewakers van de school functioneren. In het kleine houten huis waren meerdere Cambodianen bezig met het bereiden van het eten en, met gebrek aan een beter tijdsverdrijf, besloot ik mijn hulp aan te bieden. Gelukkig was daar mevrouw Nuth Ya, die genoeg Engels sprak om mijn vraag aan te horen en mij verwees naar een groepje Khmer meisjes die groenten aan het snijden waren. Samen met een van mijn oudere leerlingen begon ik met het snijden van de onbekende groenten (lemon grass?).

Nou sta ik niet bekend om mijn ervaring in de keuken en was het ook geen verassing toen de tiener meisjes begonnen te giechelen om mijn onkunde. Uiteindelijk besloten ze mij uit mijn leiden te verlossen en met een trotse glimlach sneden ze binnen minuten de bak vol groene stengels in kleine stukjes.
Toen we klaar waren roepte mevrouw Nuth Ya mij weer terug en liet ze me helpen met eieren snijden. Snel gaf ze haar Iphone 6 aan een beeldschoon meisje van 25 die in de Kindergarten werkt en stak ik ongemakkelijk mijn vingers op in een ''peace'' teken terwijl er een serie foto's werd geschoten. Dit gebeurt zo vaak dat ik er niet meer van opkijk. Als we in het park zitten en een groep Cambodjaanse mannen met de fijngevoeligheid van een olifant foto's ons probeert te maken, de groep Chinese toeristen die in Angkor Whatt naar hun fototoestellen grijpen als ik voorbij loop, het is bijna standaard geworden.

Vorige week ging ik naar de locale winkel en toen ik binnenliep zat een oudere vrouw van omvat 70 jaar tegen de koelkast naar verkoeling te leunen. Als ze me ziet grijpt ze naar mijn hand en trekt ze me naar beneden. Hierna volgt een proces waar ik nog steeds niet gewend aan kan raken. Met ruwe handen streelt ze me over mijn gezicht, armen en benen terwijl ze in het Khmer prevelt en naar me glimlacht.

Toen ik gisteren in het park een flesje 'green tea' wou kopen begon een oudere vrouw met lachen terwijl ze haar hoofd naar achteren gooit. Ik droeg een wit t-shirt en als ze haar vingers om mijn arm heeft gewonden prikt ze met haar vinger in het de witte stof en daarna in de huid van mijn arm. Het duurt me niet lang om te de grap te begrijpen: ik ben net zo wit als mijn t-shirt. In Khmer ratelt ze enthousiast door tegen haar dochter wie met enige gene verteld dat haar moeder mij erg knap vindt. Als ik en een Chinese vrijwilligerster weglopen fluisterd ze: ''ze behandelen je als een beroemdheid''. Met een blos op mijn wangen mompel ik een antwoord.

Dus als ik mevrouw Nuth Ya mij de series foto's laten zien kan ik niet anders dan mijn waardering te spelen, het is een standaard ritueel. Als we klaar zijn met al het eten in bakjes te doen ben ik dankbaar als ze haar handen bij elkaar brengt en ''Akun'' uitspreekt. Als ik terugkom vraagt een van de vrijwilligers lichtelijk geirriteerd waar ik aan het uithangen was. Zodra ze mijn antwoord hoort knikt ze en vertel ze mij dat een groep kinderen naar mij opzoek was. Ik kan haar irritatie makkelijk vergeven, de kinderen kunnen op je zenuwen werken als ze hun zin niet krijgen.

Het eten staat klaar en bezield grijpen kleine vingers de rijst, vlees en ei wat op de tafel staat. Binnen minuten schuiven ze het eten weg en grijpen ze naar hun maag: het eten is veelste zout. Gelukkig hebben we cola, met ijs-klontjes, om de stemming niet te laten bederven. Hierna komt er een gigantische stereo naar buiten en wordt er een combinatie van Cambodiaanse rap en techno muziek opgezet. De jongens rennen enthousiast op het geluid af. Als je ooit naar een metal/rock concert bent geweest heb je hoogstwaarschijnlijk wel een 'moshpit' meegemaakt. Ik denk dat dit het meest in de buurt komt van de extragavante dans stijl van de jongens. De meisjes volgte echter met sierlijke dansbewegingen en hand-gebaren. Vol trots lieten ze zien hoe ver ze hun handen naar achter kunnen drukken.

Gescheiden op sekse vormde er twee groepen en het duurde zeker een kwartier van heimelijke blikken voordat de eerste jongen een meisje voor een dans probeert te verleiden. Met veel gegil en gegiechel rend de uitverkorene, en al haar vriendinnen, de andere kant op.
Uiteindelijk eindigde het feest voor vele in een meer achter de school. Samen met andere vrijwilligers, en mijn waterdichte GoPro, doken ook wij het verkoelende bruingekleurde water in. Nadat 2 jongens uit mijn klas mij uiteindelijk het water uit hadden getrokken ('meer' is misschien een misleidend woord, probeer machinaal gegraven gat gevuld met water) fietste we snel naar 'huis' toe om te douchen. Om 3 uur kwamen er twee taxi's om ons op te halen en te brengen naar Siem Reap.
De meningen over deze stad zijn verdeeld, vele houden ervan en andere vinden het een touristische hel. Ik val onder de eerste catagorie. Ik kan niet ontkennen dat de hele stad is ingericht op tourisme, dat overal tuktuk chauffeurs staan die je naar hun vervoersmiddel proberen te lokken en dat je niet fatsoenlijk de markten over kan lopen zonder dat je door iedereen wordt aangesproken met ''hello lady, you want ...? 5 dollars''. Maar zoals bij zoveel dingen, is het er wat je erzelf uit haalt.

De groep waarmee ik reiste en ik hadden hier andere ideen over. We hadden een chique hotel gereseveerd met cocktails, zwembad en spa en waren een paar minuten weg van ''pubstreet'' (het stratumseind van Siem Reap). Toen we aankwamen regelde we een taxi zodat we de volgende ochtend om half 5 konden worden opgehaald om de zonsopgang te zien in Angkor Whatt. Hierna gingen we met zijn allen naar een lounge-achtig restaurant midden in Pub Street.

Vol met geluk zag ik dat ze ook pizza's hadden en verbaasd keken ik en een Franse vrijwilligster op toen 3 meisjes in zeer schaarse kleding naar het podium liepen. Met ingehouden adem wachte we af wat voor act we zouden gaan krijgen. Het bleek een 2000-hits cover band te zijn. Met een hoog volume zongen ze hits van de goden van de 90's/00's. Shakira, Greenday, Rihanna en vele anderen kwamen aanbod.

Uiteindelijk mocht het publiek (wij, een Cambodiaans stelletje en een grote groep Chinezen) zelf een nummer uitkiezen. Met grote ogen keek ik toen een oudere Chineze damen naar voren liep een een briefje gaf met ''Hotel California'' van de ''Eagles''.

Buiten stopte een groep jonge monnikken in traditionele oranje kledij om mee te luisteren naar de cover die door een mannelijke gitarist werd gezongen. Met schuifelende voeten knikte ze naar elkaar hun goedkeuring over de muziekkeuze.

Ik en een Duits meisje gingen eerder terug naar het hotel terwijl de andere door gingen naar een van de vele pub's. Op de markt kocht ik een lange witte broek met blauwe olifanten en patroontjes en een armbandje voor bij elkaar 10 dollar (hiervoor had ik redelijk moeten afdingen aangezien de verkoopster vol passie volhield dat het echt zilver was, waar ik en Kimberley toch onze twijfels bij hadden). Voor 2 dollar bracht de tuktuk chauffeur ons terug naar het hotel.

Om 4 uur ging de wekker weer af en rolde ik en mijn Franse kamergenoot, Lou, uit bed. Het hotel had voedselpakketjes en flesjes water voor ons geregeld. Nadat we naar de ticketverkoop waren geweest, waar we een soort paspoort met foto kregen, reden we na vele controles door naar Angkor Whatt.
Angkor Whatt maakt deel uit van een van de vele tempels die door de Angkor mensen zijn gebouwd. Zij zijn de oorspronkelijke bewoners van Cambodja die in de vroege 12de eeuw leefden. Een erg welvarend en intelligent volk die voorlopers waren op het gebied van waterbeheer, met bouwwerken waar wij vandaag de dag nog steeds niet weten hoe ze precies zijn gebouwd en mysteries die de Piramides en Stonehenge evenaren.
De meeste van deze tempels zijn Hindoeistisch, het geloof van het Angkor volk, totdat een van de koningen zich liet bekeren tot Boedhisme. Nu zijn er verschillende tempels die wereldberoemd zijn, een is het thuis van de beroemde ''lachende boeddha'' en een ander is in bezit van de ''liggende boeddha''. Sommige zijn beroemd door hun 'clash' met de natuur en ook is een tempel gebruikt voor Lara Croft's ''Tomb Raider''.

Maar de meest beroemde is de Angkor Whatt (letterlijk vertaald: hoofdtempel), die in de 19e eeuw opnieuw werdt ''ontdekt'' door een Franse ontdekkingsreiziger, die schreef:

''Een van de tempels- een rivaal voor de Salomo en gebouwd door een oude Michelangelo - zou een een ereplaatskunnen krijgen naast onze prachtigste gebouwen. Het is grootser dan alles wat ons nagelaten is door de Grieken of Romeinen, en een akelig contrast met de barbaarse toestand van het huidige land''.

Het is het grootste religeuze monument in de wereld met een oppervlakte van 126,6 hectares. Bizar om te bedenken dat het Angkor volk op de een van de andere dag is vertrokken uit deze prachtige omgeving. Volgens een Amerikaanse documantaire is dit omdat ze zo gefocusd waren op het waterbeleid, dat er een hongersnood is ontstaan. Of dit klopt weet ik niet.

De enige constante factor zijn de Boedhistische monikken die er al voor eeuwen zijn. Buiten de periode van de Rode Khmer (1970-1980), die religie verbanden omdat het af zou leiden van het waren geloof (ironisch Angkor genoemd). Iedere monnik die zich niet wou aansluiten werd vermoord en vele monniken pleegde massa zelfmoord. Ook is er veel vernield door de Rode Khmer en is er volop oorlog gevoerd op de heilige grond.

Ondanks deze trieste geschiedenis, zijn de Boedhistische monikken vandaag de dag weer volop aanwezig. In donkere kamertjes staan altaren waarnaast ze bidden, ze studeren in de torens en mediteren in de zon.

Zelden ben ik zo onder de indruk geweest van een bouwwerk als mijn bezoek aan deze tempel stad. En ik ben niet de enige, als wij 's-ochtends om half 6 aankomen staan er al honderden toeristen te wachten en volop selfies te nemen. Een half uur later is het dan zo ver: de zon steekt boven een van deze torens uit. Zo snel mogelijk probeert iedereen de beste plek te vinden voordat we de poorten binnengaan. Met mijn GoPro schuifel ik achter de kudde mensen aan probeer ik mij voor te stellen hoe het hier was in de 12e eeuw.
Als we zijn uitgekeken lopen we terug naar onze taxi-chauffeur en rijden we naar de volgende tempel. Onderweg rijden we langs Cambodjanen die op olifanten rijden, wilde apen en groepen monikken die met een lichte grimas hun ergenis over de flitsende camera's proberen te verbergen.

Ik zou in detail kunnen vertellen hoe elke tempel eruit ziet maar liever geef ik het volgende advies: mocht je ooit de mogelijkheid hebben, ga naar Angkor Whatt. Trek vooral je bergschoenen aan en probeer je niet te veel te ergeren aan de mega-groepen Chinezen en Koreanen die met veel kabaal tegen de stroom in lopen. Let ook niet op de Italiaanse toeristen die, in de verondestelling dat wij allemaal ergens anders vandaan komen, in hun moedertaal klagen over ''dat er teveel vrouwen zijn'' (dat zijn niet de exacte woorden, maar ik probeer het verhaal kindvriendelijk te houden). Gelukkig zetten onze Italiaanse Galia ze snel op hun plek.
Negeer ook vooral de Amerikaanse toeristen die het lef hebben om over linten heen te klimmen om een van de torens beter te kunnen te fotograferen en doodleuk ''nee'' zeggen tegen de roodaangelopen Cambodjaanse beveiligster als zij ''vraagt'' of hij zo snel mogelijk terug wil klimmen. (Wat zou ik graag het telefoonnummer van zijn moeder hebben).
En probeer te genieten van alle cultuur en geschiedenis die Angkor te bieden heeft. Met geen combinatie van woorden in een elke taal die ik ken, zou ik kunnen uitleggen wat voor een magische plek het is.

Na 6 tempels te hebben beklommen in de brandende zon hebben we het wel gezien en keren we terug naar het hotel. Met teleurstelling kom ik erachter dat de rest van de groep geen plannen heeft voor de rest van de dag, buiten aan het zwembad te liggen. Als ik aan een Nederlandse jongen, die zelfs achtergebleven was deze ochtend, vraag wat hij graag zou willen doen antwoord hij met ''nou, ik heb op internet gekeken, en er is hier gewoon niks te zien''. Ik bijt op mijn tong en probeer mijn antwoord op deze opmerkingen terug te slikken.

Na het middageten (hamburger met frietjes, ik kon de verleiding niet weerstaan) loop ik naar de balie om een tuktuk te regelen. Binnen 10 minuten staat een jongeman met een een witbeklede tuktuk klaar. In gebroken Engels en met een brede glimlach vraagt hij waar ik vandaan kom.

In mijn eentje eropuit gaan is de beste beslissing die je hier kan nemen, niemand (buiten oudere dames van boven de 70) zal je hier lastig vallen. Eerst ga ik naar mijn eerste killing-field. Zelfs na alles wat ik over de Rode Khmer en hun terreur hel-staat heb gelezen is het nog steeds onwerkelijk. Ik kom aan bij een pagode vol met schedels en botten. Op een van de informatie borden staat simpel geschreven: ''In deze tempel zijn meer dan 8000 volwassenen en kinderen vermoord''.

Terwijl ik de informatie aan het lezen ben en foto's van de slachtoffers aan het bekijken komt een kleine donkere man naar mij toe: ''So, this dude just killed 2 million of his own people?'' Ik probeer niet te glimlachen over zijn woordkeuzen. Ik denk dat Pol Pot zich om zou draaien in zijn graf als hij er achter komt dat hij in de moderne tijd wordt aangesproken als ''dude''.
Ik antwoord met een standaard reactie en kort hebben we het over hoe verschrikkelijk het allemaal is voordat hij het onderwerp veranderd. Hij stelt zich voor en vraagt waar ik vandaan kom. Hij komt zelf uit Maleisie en is bezig met een reis door verschillende Aziatische landen. Uiteindelijk geeft hij mij zijn visite-kaartje en zegt dat als ik ooit in Maleisie ben dat ik heb een belletje moet geven. Ik bedank hem en ga terug naar de tuktuk.

De volgende bestemming is het ''war museum''. In feite is het een grote verzameling van tanks, geweren en granaten. Ik kan aansluiten bij een groep toeristen die aan het luisteren zijn naar een blanke man van een jaar of 40 met de blauwste ogen die ik ooit in mijn leven heb gezien. Hij blijkt een Australier te zijn die voor de, jawel, Israelische regering werkt als wat hij beschrijft als ''intelligence''. In zijn legerkleding maakt hij een indrukwekkend figuur maar als snel blijkt hij een zachte aard te hebben.
In grote lijnen verteld hij over de oorlog, de 'Khmer Rouge', Pol Pot en alle andere betrokken partijen. Sommige toeristen haken af en uiteindelijk blijven ik en een dikke Amerikaanse familie achter. Ik moet mijn stille genot verbergen als hij onze gids verteld dat de meer dan 2 miljoen doden in Cambodja niet zouden zijn gevallen als Amerika zich niet had teruggetrokken uit Vietnam. Al stotterend proberen de twee ouders deze beslissing te verdedigen terwijl hun zonen hun aandacht richten op de geweren die achter ons zijn opgesteld. Uiteindelijk besluiten ze maar te verklaren dat ze niet bij ''die'' groep linkse (hippies) horen die in de jaren 70 massaal de straat opgingen om te protesteren tegen de Vietnam oorlog.

De gids besluit er niet langer over door te gaan en uiteindelijk krijgen we de kans om vragen te stellen. Ik kan niet gelukkiger zijn, hoe meer ik lees hoe verwarder ik raak. Zoveel vragen gaan door mijn hoofd, hoe was China betrokken bij het conflict?, waarom zou je eerst alle bewoners uit Phnom Penh naar het plattenland sturen om daarna een heksenjacht op deze bewoners los te laten en iedereen die uit de stad kwam te vermoorden? Waarom is er bijna niemand veroordeeld voor deze misdaden tegen de menselijkheid? En hoe kan het zijn dat tot vandaag de dag politicie nog steeds gelinkt zijn aan de Rode Khmer?

Rustig gaf de Australier, Karl Levy, antwoord op elke vraag. Onwaarheden werden onkracht en nieuw feiten toegevoegd aan het geheel. De Amerikaanse familie haakte langzaam af en ik kocht een flesje water voordat we op een bankje bij de ingang kwamen te zitten.

Uiteindelijk kwamen in we in gesprek over Duch, de beruchte baas van het S-21 in Phnom Penh. Een gevangenis waar iedereen die maar werd verdacht van een ''misdaad'', een bril dragen was al genoeg om opgepakt te worden, werd gemarteld en vermoord. Een gevangenis zo berucht dat van de 14,000 mensen die binnen zijn gekomen maar 7 het hebben overleefd. Zowel gevangenen als bewakers werden zo massaal vermoord dat zelfs toen de Vietnamezen binnenvielen ze met zijn vieren nog bezig waren de laatste mensen te martelen.
Aan het hoofd van deze gevangenis van genocide stond Duch. Een man die tot de dag van vandaag in proces van veroordeling is. Hij is ondertussen bekeert tot Christen en staat er om bekend nergens meer over te liegen. Doordat Karl een boek heeft geschreven over een van de overlevers van deze verschrikkelijke tijd heeft hij uitbundig duizende pagina's over het proces van Duch doorgelezen en heeft hierdoor een fasinatie voor deze man ontwikkeld. Met een twikkeling in zijn ogen verteld hij een verhaal over hoe Duch persoonlijk schilders uitkoos voor Pol Pot-propoganda schilderijen. Toen hij aan de gevangen vroeg wie er allemaal konden schilderen, staken een groep jongens hun hand omhoog, waarvan een die helemaal geen artistiek talent had.

De andere schilderden stukken voor hem zodat de bewakers er niet achter zouden komen dat hij er helemaal niks van bakte. Totdat op een zekere dag Duch naar binnen liep en achter deze jongenman ging staan. Na een half uur riep hij de bewakers erbij en werd hij afgevoerd. Na 3 dagen hoorde de andere schilders voetstappen en werd tot hun verbazing de jonge jongen, uiteraard helemaal gehavend, naar binnen gegooit waar hij op zijn knieen ging zitten en zijn excuses aanbood voor zo slecht te kunnen schilderen.
Karl verklaard dat dit verhaal veel zegt over Duch persoonlijkheid en hij lacht als hij de personages naspeelt, ik glimlach maar kan niet anders dat een bittere smaak in mijn mond te hebben. Ik vraag me af of deze jongen bij een van de 7 overlevers hoort.
Desalniettemin raken we in een discussie terecht over goed en slecht en Karl claimt dat Pol Pot en veel van zijn aanhangers aan een psychiatrisch ziektebeeld wat hij ''extremisme'' noemt lijden. Ik vraag hem of dit, als dit zo zou mogen zijn, aangeboren of aangeleerd zou zijn. Hij lacht en zegt dat hij daar nog niet helemaal uit is.

Karl is midden in een verhaal over hoe Pol Pot betrokken is bij de koninglijke familie uit die tijd als er een jonge jongen naar ons toe komt en verteld, terwijl hij ongemakkelijk zijn achterhoofd krabt, dat het museum gaat sluiten. Het is inmiddels half 6 en en we zijn stiekem al 3 uur in gesprek. Ik besluit, voor 10 dollar, zijn boek te kopen waarnaar hij de eerste bladzijde signeert.

Mijn tuktuk chauffeur is nog de enige op de parkeerplaats en rijdt verveelt in rondjes, Karl vraagt of ik hem wil afzetten in Pub Street. Ik stem toe, en in de tuktuk verteld hij mij een licht verontrustend verhaal over hoe hij samen met de Cambodjaanse politie op zoek is naar een Belgische pedofiel die ze met GPS proberen te traceren. Hij gebruikt deze man als voorbeeld voor een puur slecht mens, ik ben inmiddels te moe om nog de discussie aan te gaan.

Als ik terugkom bij het hotel vraag ik de tuktuk chauffeur hoeveel ik moet betalen. Cryptisch, en met een gebruikelijke Cambodjaanse glimlach, antwoord hij met: ''hoeveel wil je betalen?'' Ik besluit maar te antwoorden met briefjes omhoog te houden totdat hij ja knikt, ik heb te weinig ervaring om te weten wat een gepaste prijs is. Bij elkaar betaal ik rond de 5 dollar.
De rest van de groep is uit eten en ik besluit een masssage van 2,5 uur te nemen waarbij ik in contstant in slaap val en weer waker wordt gemaakt als ze met gloeiheten stoffen doeken mijn huid aanraakt. Zodra het piepkleine vrouwtje ''finish!'' roept, strompel ik naar boven en val ik in slaap zodra ik mijn bed aanraak.

Op zondag is de groep nog steeds niet van plan om iets te ondenemen. Zuchtend betaal ik mijn rekening en regel ik een tuktuk. Ik was eigenlijk van plan om naar het ''landmine museum'' te gaan maar nadat ik weer wordt afgezet bij 'war museum' verteld de tuktuk chauffeur dat het twee uur rijden naar dit museum. Teleurgesteld besluit ik maar naar het ''Cambodian Culture Village'' te gaan.

Ik kan dit niet anders beschrijven als een soort pretpark vol met bouwwerken uit verschillende periode's en volkeren in de Cambodjaanse geschiedenis. Als ik aankom is een trouwceremonie aan de gang en neem ik plek in het publiek. Ik ben de enige blanke in het publiek en ik zie zelfs de acteurs uit het toneelstuk ''barang'' naar elkaar fluisteren waarna ze op de meest overduidelijk manier zich omkeren om naar mij te kijken.

De ceremonie hangt bij elkaar van practhtige kostuums, make-up en nepperij. Traditioneel gesproken zijn er 2 tradities die de moderne Cambodjaan graag overslaat. Allereest is er een haar-knip ceremonie waarbij van zowel de man als de vrouw haar wordt afgeknipt. Nu vertaald dat zich in elke gast die omstebeurt achter het bruidspaar gaat staan en in in een overdreven manier de schaar heen en weer beweegt.
Het tweede is een ritueel waar je water uit een kopje over je gezicht heen wrijft. Maar met alle foundation, eyeliner en nepwimpers is dit waarschijnijk niet meer zo'n goed idee. In plaats hiervan maken ze alleen de gebaren.
Verder is het toneelstuk klaarblijkelijk heel grappig, de Cambodjaanse kinderen liggen dubbel. Voor mij lijkt het echter eerder op typisch Aziatische humor. Mannen verkleed als vrouwen die over elkaar heen vallen en grappen die me doen denken aan de basisschool. Maar de lachen anstekkelijk en is het een grappig gezicht.

Na wat rond te hebben gedwaald in het lege park kom ik uit bij een ''ghost tunnel: the last judgement''. Vol enthousiasme sluit ik me aan achter een groepje Chineze toeristen, die mij als eerst naar binnen duwen.

De gangen zijn vol met neon-geschilderde gezichten, geluiden van jammerende vrouwen, donker gemompel en horror-effect geluiden. Niet heel erg onder de indruk loop ik door de gangen en schrik ik licht van een hoofd wat via een touw naar beneden valt. Als ik het eind van de tunnel bereik hoor ik de Chineze niet meer achter mij. De deur blijkt op slot te zijn en, jawel hoor, de lichten en geluid vallen uit. Geirriteerd tast ik mijn weg door het donker naar de ingang. De pretpark-medewerker kijkt verrast op als ik door de ingang strompel. Ik kan het niet laten om een ''stink-eye'' te geven als ik voorbij loop. De rest van het park is in zijn geheel niet indrukwekkend en ik heb spijt dat ik voor deze fiasco 15 dollar heb neergelegd.
Zondag, kwart voor 3 drink ik nog een drankje in een van de cafe's voordat de taxi mij komt ophalen. De rest van de vrijwilligers blijven achter in Siem Reap voor de cultuurweek. Als ik terugkom in Samrong ben ik alleen met Tim, Valentin, Sem en het keukenmeisje. Al snikkend lees ik mijn eerste boek uit ''First they killed my father'' en hoop ik vurig dat als de Boedhisten gelijk hebben, dat Pol Pot terugkeerd op aarde als een van de muggen in mijn badkamer zodat ik hem kan pletten tussen mijn handen.

Als ik het boek heb uitgelezen blijf ik in de hangmatten liggen en luister in naar de gesprekken in Khmer. Er zijn verschillende vrienden van Sem over de vloer en samen met Tim en Valentin zijn ze bier aan het drinken. Ik spreek echter geen woord Khmer en voor de eerste avond heb ik heimwee. Alsof Tim het aanvoelt nodigt hij mij uit om de zonsopgang te gaan bekijken op dinsdag-ochtend. Dankbaar, stem ik toe.
Dinsdag middag arriveert mijn nieuwe kamergenoot, Junye, geboren in China maar woont al 11 jaar in Toronto, Canada. Gelijk kunnen we het goed met elkaar vinden en blijken we dezelfde intresses te hebben. Zij studeert 'Oost-Aziatische cultuur en geschiedenis' en ik kan mijn geluk bijna niet op als ze verteld dat ze vrijwel alleen naar Zuid-Koreaanse pop muziek luisterd.

Samen kijken we Koreaanse horror films, fietsen we rond, bespreken we wereldconflicten en leert ze me Chinees. Gisteren zijn we naar de school gefietst. Toen we aankwamen was het donker en keken de bewoners vol verwondering op. Een van de mannen, gekleed in enkel een doek om zijn benen gewikkeld, rende om de deur voor ons open te houden. Omdat Junye in december al 2 weken op de Greenway school heeft gewerkt kijken we naar de klassenlijsten of dezelfde leerlingen nog aanwezig zijn.
Na een half uur roepen we onze dank naar de familie en pakken we onze fietsen. Als we terugrijden gaat het gerucht snel door het dorp, en het duurt niet lang voordat de kinderen de straat op rennen. We stoppen en ik ben blij om wat kinderen uit mijn klas te zien, we geven ze een snelle knuffel voordat we door moeten fietsen om de emmers water te ontwijken.

Op de verharde weg zie ik een van mijn leerlingen, een stoere jongen van een jaar of 9 die zijn haren rood heeft geverft voor het nieuwe jaar. Hij loopt over straat met een oudere jongen die zich netjes aan ons voorstelt. Na een minuut merk ik dat hij onze handen nog steeds niet heeft losgelaten. Gelukkig worden we gered door een vader die met een tuinslang naar buiten komt gerend met 4 kleine koters op zijn hielen.

Het eten van die avond zag er niet heel smakelijk uit en we besluiten te gaan eten bij een klein restaurantje aan het water. Het is een favourite uithangsplek gezien een barretje waar ze mierzoete ice-tea verkopen in verschillende smaken. Bijna dagelijks halen we een plastic zak met drank, ijsklontjes en een rietje.

Aan een grote tafel is een familie aan het eten. Ik slik als ik zie dat een van de oudere mannen een rood met wit geblokte sjaal om zijn middel heeft gebonden. Maar het sentiment zal niet hetzelfde zijn gezien hij zich netjes komt voorstellen en ons met trots verwelkomt in zijn thuisland.

Het is duidelijk dat de ober niet gewend is aan buitenlanders, zenuwachtig verteld hij ons dat hij geen Engels spreekt en dat de menu-kaart in Khmer is. Niet uit de weg geslagen, roept Junye dat we gewoon vlees willen. De man zegt: ''fried chicken?'' en we knikken ja. Een uur later zet hij een bak met rijst en kip met groenten op tafel.

Een groot verschil tussen culturen is hoe mensen met elkaar omgaan en wat ze met elkaar delen. Je hoeft hier niet verbaasd te zijn als je thuis komt en er leuk tegen je wordt verteld dat je broer de auto voor een week heeft meegenomen. Zo kwam ik terug uit Siem Reap en hadden ze mijn 'fan' meegenomen. En zo gaat het met alles. Mensen schuiven aan bij onze tafel, eten mee met de kip en rijst, en bemoeien zich met ons gesprek.
Het duurt niet lang voordat een vrouw van middelbare leeftijd het restaurant komt binnen gewandeld.

Je hoeft niet lang te kijken om te zien dat deze vrouw een beperking heeft. Met een onaanduidbare blik loopt ze een rondje om onze tafel en bekijkt ze ons met samengeknepen ogen. Junye kijkt steeds ongemakkelijker maar gelukkig voor haar, wijst de vrouw plots haar vingers naar mij.
Ze spreid haar armen langs haar lichaam en maakt een beweging wat universeel bekend staat als 'fat'. Daarna wijst ze naar Junye en knijpt ze haar armen langs haar zijde. Vol verbazing kijk ik naar mijn kamergenoot: ''noemt ze mij nou dik?''.
De vrouw blijft deze bewegingen herhalen, en wordt zienbaar steeds meer geirriteerd dat we niet weten wat ze bedoeld. Uiteindelijk rijkt ze over de tafel en grijpt ze mijn middel vast. Haar bonige vingers grijpen mijn hempje en ze begint met deze aan elkaar binden. Het kwartje valt, mijn kleding is te los. Wanneer ze klaar is met de knoop, steekt ze haar duimen op en ploft ze neer op de stoel tegenover ons.

De familie aan de grote tafel negeert ons volledig en zelfs de ober kijkt niet vreemd op als hij de vrouw ziet zitten. Misschien is ze een gebruikelijke klant. Het volgende toneelstuk begint. ze wijst naar mijn armen en ik zucht; ''niet alweer''.

Het gebarenspel is een tafereel van mijn kleur op de haar huid smeren. Ze knijpt in haar eigen huid en probeert het van haar vlees af te trekken. Verdrietig wiegt ze haar hoofd heen en weer en beeld ze uit dat ze zalfjes gebruikt en uit de zon blijft. Ongemakkelijk knik ik toe terwijl Junye de andere kant opkijkt. Zo plots als ze kwam staat ze weer op en loopt ze weg zonder ons nog een blik te gunnen. Opgelucht halen we adem.

Als we de rekening betalen, brengt de eigenaar ons nog een zak met zwarte druiven. Ik denk dat we dit te danken hebben aan onze uitgesproken goedkeuring over het eten. Veel keus hadden we niet, het hele restaurant keek toe hoe wij de maaltijd naar binnen werkte. Nadat we ons hadden gedragen alsof we in een voedsel-commercial zaten, keken de Cambodjanen elkaar aan met een blik die ik niet anders kan beschrijven dan; ''zie je wel, ons eten is natuurlijk het lekkerste''.

Uiteindelijk belanden we in het park, op onze gebruikelijke plek in het gras. Een man van middelbare leeftijd komt langs ons zitten en besteld biertjes voor ons. We proberen het offer af te slaan maar hij snapt onze boodschap niet en besteld dit keer appelsap voor ons. Trots verteld hij ons zijn levensverhaal, waar hij heeft gewoond, heeft gestudeerd en heeft gewerkt. Veel ruimte voor conversatie is er niet want de Cambodjaan ratelt aan een stuk door. Uiteindelijk proberen we nog wat Riel neer te leggen, waarna de aangeschoten man verward; ''Wait! Let me give you money, it's Khmer new year!'' roept. We haaste ons zo snel mogelijk naar de fietsen terwijl hij met zijn portomonee zwaait. Een laatste 'akun' en 'happy new year' en we kunnen opweg naar het vrijwilligershuis. Het is 12 uur en 2 uur later dan onze 'cerfew'. De poort is op slot en we manen ons een weg door het prikkeldraad. Al lachend belande we in ons bed.
Vandaag gaan we met zijn allen op bezoek naar verschillende tempels. Aan het geluid te horen is het feest al in volle gang, dus nogmaals: happy new year!

xoxo

  • 21 April 2016 - 08:15

    Frances:

    weer een spetterend verslag, roos! leuk, hoor

  • 23 April 2016 - 00:54

    Joke:

    Dank je voor het spannende relaas van je wederwaardigheden. Petje af voor je uithoudingsvermogen. Ik hoop dat je nog een tijdje met Junye kan optrekken.

  • 24 April 2016 - 22:31

    Wilma Clement:

    Wow Roos, ik ben onder de indruk van jouw belevenissen!
    En ik moest glimlachen dat jouw kamergenoot Junye heet. In Weert was June jouw kamergenoot; dat schilt maar 1 letter ;-)

    Wens je alle goeds toe en kijk nu al weer uit naar jouw volgend reisverslag.

  • 30 April 2016 - 18:40

    Kitty:

    Hoi Roos,

    Bijzondere reis en fantastisch dat het jou goed bevalt en dat je geniet van alle avonturen. Je zult nu binnenkort wel afscheid gaan nemen van jouw kinderen en rond gaan trekken. Vind je het spannend om nu verder te gaan?

    Ik hoop dat de reis je nog veel mooie ervaringen zal bieden.

    Groet, Piet en Kitty

  • 08 Mei 2016 - 17:34

    Fanny:

    hej roos, meer dan een week ben ik onder water geweest, op vakantie. ik was dus best wel benauwd, dat ik het een en ander gemist heb, maar gelukkig niet. gaat het nog steeds goed met je?
    liefs, fanny

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Roos

Actief sinds 16 Maart 2016
Verslag gelezen: 264
Totaal aantal bezoekers 3509

Voorgaande reizen:

19 Maart 2016 - 01 September 2016

Mijn eerste reis

Landen bezocht: